Iceland 2013/06


IJsland, juni 2013



Dag 1: zondag 9 juni 2013: van Amsterdam naar IJsland

Zondagavond om 8 uur verzamelen we ons bij de incheckbalie van Icelandair op Schiphol voor onze late avondvlucht naar IJsland. We zijn met een kleine groep van 6 vogelaars en vogelfotografen en maken verder kennis met elkaar en met Rudi Debruyne onze Belgische reisleider/chauffeur, maar ook natuurfotograaf, met een drankje in de langzaam leger wordende vertrekhal. We nemen één van de laatste vluchten van de dag, die stipt op tijd om 22.30 vertrekt naar Keflavik, de grote internationale luchthaven bij Reykjavik. We komen er nog net voor twaalven aan (op IJsland is het twee uur vroeger). Ons busje voor de rest van de reis kunnen we vlak bij het vliegveld ophalen; omdat het op IJsland in deze tijd van het jaar ‘s nachts niet echt donker wordt, zien we rond middernacht hier onze eerste vogels: Noordse Sterns (misschien wel de meest algemene soort van deze reis), maar ook de eerste Tureluurs, Kleine Mantelmeeuwen, Kuifeenden en Grauwe Ganzen. Na contact met Nederland (er blijken meerdere hotels met de naam ‘Smari’ te bestaan….), brengen we onze eerste nacht door in het juiste hotel Smari, vlak bij Reykjavik.



Dag 2: maandag 10 juni 2013: de dag van de Harlekijneenden

Vandaag een uitgebreide eerste kennismaking met IJsland en de IJslandse vogels, tijdens de lange tocht van ruim 400 km over de rondweg “Nr. 1” van Reykjavik naar ons verblijf bij het Myvath meer. Van de 64 vogelsoorten die we op IJsland zullen zien, krijgen we er vandaag al 40 in de kijker! We vertrekken rond half 10 uit ons hotel en zien in de buurt van Reykjavik (zingende) Koperwieken, Regenwulpen, Goudplevieren en Wilde Zwanen; deze bij ons overwinterende soorten zullen het vaste decor vormen tijdens onze reis samen met de overal aanwezige Noordse Sterns en Mantelmeeuwen. Deze eerste ochtend is het eerst nog wat mistig met lichte regen. Op die regen hadden we ons geestelijk voorbereid, maar ten onrechte: de rest van de reis zal het droog zijn met vaak blauwe luchten en zelfs temperaturen van rond de 15 tot 20 C°! Wanneer de weg langs de fjorden voert en we deze met een brug oversteken, zoals bij Borgarnes, zien we behalve de Noordse Sterns en Mantelmeeuwen, ook overal grote groepen Eidereenden, waarbij ook ‘crèches’ van vrouwtjes met pulli. Halverwege de middag hebben we een ‘tankstop’ in Blonduos, een stadje aan de Hùnafjoibaai. Gerda loopt daar een rondje, en roept ons snel: het blijkt dat we vlak in een baai bij de monding van de Blanda-rivier zijn, een plek die rijk is aan allerlei vogels. Eerst zien we een groep meeuwen op een zandplaat in de monding: niet alleen Kokmeeuwen, Kleine en Grote mantelmeeuwen, maar ook Grote Burgemeesters in allerlei kleden. Dat geeft Rudi de gelegenheid ons te leren hoe we deze kleden uit elkaar kunnen houden, waarbij we ook nog een (manke) Kleine Burgemeester ontdekken. In de riviermonding zwemmen verder twee paar zeer fraaie Roodkeelduikers en Grauwe Franjepoten in zomerkleed; op de oevers en zandplaten zien we veel Grauwe Ganzen met jongen, naast onze eerste Bonte Strandlopers en Bontbekplevieren. Even later wordt er geroepen ‘ …Zijn dat geen Harlekijneenden?...’: bij de basaltdijk blijkt eerst een paartje en later een grote groep Harlekijneenden zich prachtig te laten zien en fotograferen, voor ieder van ons een ‘lifer’!



Na een uurtje rijden we toch weer verder Myvath, ons verblijf voor de komende drie dagen. Vanaf Blonduos gaat de weg door een lavalandschap met af en toe een meer, naast de 3 passage van het Eyjafjordur bij Akureya. In de meren en riviertjes komen we bekende eenden tegen, zoals Kuifeend, Wintertaling, Smient en Wilde Eend, maar ook Wilde Zwanen en af en toe Harlekijneenden, waaraan we snel gewend beginnen te raken. Twee keer zien we een IJsduiker in prachtkleed, voor velen van ons ook een nieuwe soort. Kleine vogels zijn schaars onderweg: overal wel Graspiepers, Witte Kwikstaarten en Koperwieken, bij de wat grotere plaatsen groepjes Spreeuwen, en verder af en toe een Tapuit. Ook worden we een keer verrast door een Smelleken, die voor de auto langsschiet en zien we regelmatig Raven. Op zoek naar ons hotel tussen Husavik en Myvath, dat de naam Brekka draagt (wat ‘helling’ betekent, en blijkbaar een naam is die vaak wordt gebruikt voor hotels) komen we eerst langs een boerderij waar een grote groep Goudplevieren op het pas gemaaide gras fourageren, en daarna bij een ‘Bed & Breakfast’, waar in de moestuin de rabarber nog half is ingesneeuwd, en achter de moestuin een mannetje Alpensneeuwhoen zit te roepen en zich daarbij goed laat bekijken! Vlak daarna bereiken we ‘ons’ “Brekka”, een hotel met kleine bungalows waar we drie dagen verblijven, en slapen bij het geluid van zingende Koperwieken en baltsende Watersnippen en roepend Alpensneeuwhoen.




Dag 3: dinsdag 11 juni 2013: de dag van de IJslandse Brilduikers

Ook bij de moerassige helling van ‘Brekka’ zijn Alpensneeuwhoenders gesignaleerd en we starten de dag daarom met het opzoeken en fotograferen van een prachtig mannetje van deze soort dat zich dicht laat benaderen. Vervolgens per busje op weg naar Myvatn, weliswaar een meer dat terecht zijn naam aan de muggen ontleent, maar ze blijken gelukkig niet te steken…..! Na een tocht met vanuit de auto o.a. IJslandse Grutto’s, Tureluurs, Watersnippen en Regenwulpen, beginnen we met een bezoek aan het ‘Fuglasafn Sigurgeirs’, een combinatie van vogelmuseum en koffieterras, waar we met prachtig weer (22 o C!) uitkijken over het meer. Behalve koffie, krijgen we in dit ‘vogelcafé´’ ook tips voor de beste plekken om de diverse vogel-specialiteiten in de omgeving te zien van twee Zweedse vogelaars die hier al langer verblijven. Vanaf het terras spotten we al de belangrijkste endeem van vandaag: de IJslandse Brilduikers, de tweede lifer voor ieder van ons. We zien ze deze dag op verschillende plekken in het Myvath.



In de omgeving van ‘Fuglasafn’ zien we ook prachtige Kuifduikers in zomerkleed, Zwarte zeeëenden, IJseenden en een nest met Roodkeelduikers. De rest van de dag besteden we aan een rondje met de auto om het Myvath, waarbij we beginnen bij Reykjahlio, aan de NO-kant van het meer. We vinden daar het paar Amerikaanse Smienten, waarover we in het ‘vogelcafé’ gehoord hadden, en verder een Pijlstaart, Toppereenden, Krakeenden, Smienten, Kuifeenden en Middelste Zaagbekken… De Noordse Sterns broeden hier op enkele landtongen tussen de Dotterbloemen; een paar schooljongens veroorzaken misbaar bij de sterns omdat ze hier eieren verzamelen. Voor een sternei-ommelet?



Iets verder bezoeken we het natuurparkje Höfdi, voor IJslandse begrippen een echt bos met vooral berken en sparren van redelijke hoogte: hier horen we de enige Winterkoningen van onze reis (een zeldzaamheid voor IJsland) en zien we ook Barmsijzen. Vanaf een heuveltopje (blijkens de uitwerpselen de vaste roestplek van een Alpensneeuwhoen) genieten we van een prachtig uitzicht op een aantal kleine baaien met zeker 5 tot 10 paar, soms actief baltsende IJslandse Brilduikers; ook maken we hier de groepsfoto van ons reisgezelschap. 5 Bij een volgend natuurpark, Kleifarholar, vooral bekend voor zijn geologische bezienswaardigheden, waaronder grote pseudokraters, zijn we minder gelukkig: het Nonnetje dat hier zou zitten laat zich niet zien, wel een een paar IJseenden van dichtbij. Als er een paar bussen Duitse toeristen worden uitgeladen, rijden we maar verder, naar een bruggetje over de snelstromende Laxa-rivier. Vanuit de auto zien we hier al een paartje Harlekijneenden dat probeert tegen de sterke stroom in, onder de brug door te zwemmen. Van dit karakteristieke gedrag van deze eenden kunnen we prachtige foto’s maken, net als even verder van Grauwe Franjepoten, die zich hier ook heel dicht laten benaderen. En dat alles in een prachtige scenery, met veel bloeiende Stengelloze Silene, Steenbreek, Kraaihei en Dryas! Als we het meer bijna ‘gerond’ hebben, denken we even dat we een volgende IJslandse specialiteit, de Giervalk zien…..maar dat blijken toch twee Kleine Jagers te zijn, een lichte en een donkere fase, die achter twee ganzen aanjagen, Na een paar exemplaren voor ons pension is dit nog maar de tweede waarneming van deze soort tijdens deze reis.



Dag 4: woensdag 12 juni 2013: de dag van de Bultruggen

Vandaag staat een boottocht centraal vanuit Husavik, gelegen aan de baai van Skalfjandi, aan de noordkant van IJsland, met als doel om walvissen (en zeevogels) te zien. We vertrekken om acht uur, om ruim op tijd in de haven te zijn en daar alvast rond te kijken, voordat de boot (om 9.45 uur) met ons en een bus Duitse toeristen vertrekt. Het is prachtig weer met veel zon en weinig wind, zeer geschikt voor een boottocht met fotografen! Husavik is een vissershaven, met ook veel visafval; vlak naast de haven is er een uitlaat waaruit water met afval de baai instroomt, een plek die heel aantrekkelijk blijkt te zijn voor Noordse Stormvogels, die in grote aantallen aanwezig zijn, maar daarnaast ook voor Drieteen- en Kokmeeuwen. Ook is er volop gelegenheid om te oefenen op ‘moeilijke’ meeuwenkleden: niet alleen van Kleine en Grote Mantelmeeuwen en Grote Burgemeesters maar ook van Kleine Burgemeesters: er blijken 2 Kumliens Meeuwen en minstens 1 ‘gewone’ Kleine Burgemeester aanwezig te zijn. De tocht met de ‘Sylvia’ van ‘Gentle Giants whale watching’ is ook zeer succesvol: tussen 10 en 12 uur zien we minstens 7 verschillende bultruggen, zonder dat we erg ver de zee op hoeven te gaan: niet alleen ‘blows’ en staarten op enige afstand van de boot, maar ook een bultrug die vlak bij opduikt en zich zo heel goed laat bekijken. We zien ook enkele Kleine Jagers, een Grote Jager, Zwarte Zeekoeten en onze eerste Papegaaiduikers. Temperatuur en zon nodigen ons daarna uit om een ‘on-IJslandse’ lunch te gebruiken: buiten op een terras van een restaurant in de haven, iets waar we vooraf niet op gerekend hadden.



Daarna zijn we met ons busje verder naar het noordoosten gereden, naar de klifkusten van het Tjörnes schiereiland en daarna verder naar de monding van de Jökulsa-rivier. Doordat er zoveel bultruggen al vlak bij Husavik in de baai zaten, waren we niet zover de zee op geweest als gewoonlijk; we waren daarom niet bij ‘Puffin-island’ geweest, dat we nu alleen in de verte hebben zien liggen. Onze Zweedse collega’s die we bij het Myvath spraken, hadden daar tijdens hun boottocht een Giervalk een Papegaaiduiker zien vangen…. Onze poging om meer van ‘Puffin-Island’ te zien te krijgen vanaf de klifkusten ten NO van Husavik levert geen Giervalk op, maar wel grote kolonies Noordse Stormvogels en Papegaaiduikers en bij de klifkusten en op zee steeds Eidereenden en nog een IJsduiker. De weggetjes door het gras- en heideterrein, die we hier inrijden om dichterbij de klifkust te komen, leveren overal Tureluurs (één keer zelfs met een pulletje dat zich makkelijk door Rudi laat vangen), Grutto’s, Regenwulpen, Scholeksters en Bontbekplevieren op, maar ook een nest van de Kleine Jager. Naast de tientallen Grauwe Ganzen en Wilde Zwanen, ontdekken we hier ook enkele Kleine Rietganzen. Nog verder oostelijk komen we bij een lager en natter terrein: op de ‘strandjes’ hier fourageren o.a. tientallen Bonte Strandlopers, op de plasjes zwemmen Grauwe Franjepoten, samen met Smient, Krakeend, IJseend en Middelste Zaagbek en vinden we een nest met een paar Wilde Zwanen. Hier ook een nieuwe zangvogel: onze eerste Sneeuwgorzen! Hoewel we eigenlijk nog wel verder naar het oosten willen, besluiten we terug te gaan naar ‘Brekka’ via het Vikangavatten-meergebied, een rijk plas-dras gebied met overal Watersnippen, Tureluurs en Grutto’s, en met in de grotere plassen Kuifduikers, Roodkeelduikers, Toppereenden en Grauwe Franjepoten (en onze enige Slobeenden). De meest bijzondere waarneming is een Grote Jager die tevergeefs probeert Kuifeenden en juveniele Grauwe Ganzen te pakken te krijgen! Om kwart over 7 zijn we terug voor ons laatste diner bij Myvath: morgen weer een lange reisdag….



Dag 5: donderdag 13 juni 2013: de dag van de Poolvos

Om 9 uur vertrekken we definitief uit Brekka en Noord-IJsland en gaan we weer de rondweg Nr. 1 op, op weg naar het westelijk schiereiland Snaefellsnes. Tot aan Borgarnes volgen we daarbij dezelfde route als maandag op de heenweg. Een eerste fotostop houden we al bij de grote waterval van Godafos, nog voor Akureyri; iets verder kunnen we een IJsduiker van dichtbij fotograferen, vanaf een veldje vol met onder meer bloeiend Vetblad, Kartelblad, Dryas en Silene. Bij de brug van Akureyri een fotostop voor een IJslands verkeersbord dat waarschuwt voor het gevaar van overvliegende vogels, met daarop sterns, eenden en een mogelijke Graspieper…. Hier ook overal groepen Eidereenden met kleine pulli, en de daarop jagende Zilvermeeuwen.  Bij Blonduos stoppen we nog even bij de monding van de Blanda, de plek waar maandag nog tientallen Harlekijneenden zaten, en een groep Burgemeesters. Ook nu weer 6 Harlekijneenden, en weliswaar maar 1 Grote Burgemeester, maar wel 4 “gewone” Kleine Burgemeesters en 1 hybride Burgemeester/Zilvermeeuw. Ook de twee paar Roodkeelduikers zijn er nog, evenals veel paren Grauwe Gans met pulli. Aan het einde van de middag passeren we Borgarnes, waar we tijdens een politiecontrole zelfs op het plaatselijke industrieterrein, nog een roepende watersnip zien…..



Vanaf Borgarnes nemen we de afslag naar de zuidkant van het Snaefellsnes schiereiland en volgen de weg in de richting van Budir, waar Linus opeens vlak langs de kant van de weg een Poolvos ziet! Ondanks de verwoede poging van Rudi om snel achteruit te rijden, is het vosje te snel in de verte verdwenen om nog een goede foto van dichtbij te kunnen maken…. zeer tot Rudi’s ongenoegen. Wel hebben we prachtig kunnen zien hoe de Poolvos probeert eerst achter een alarmerende Regenwulp aan te gaan, en daarna achter een Tureluur, voordat hij uit het zicht verdwijnt. Even verder zien we nog een Raaf, die door een Regenwulp (met jongen in de buurt?) wordt verjaagd. Vlak bij Budir steken we over van de zuidkant naar de noordkant van het schiereiland, op weg naar Olafsvik, de plaats waar ons hotel staat. Ook aan deze kant van het schiereiland overal plasjes met Roodkeelduikers en Grauwe Franjepoten, kolonies Noordse Sterns en …..zelfs nog een tweede Poolvos!


Dag 6: vrijdag 14 juni 2013: de dag van de Dikbekzeekoet

Deze dag start met een tweede boottocht, maar nu gericht op de bewoners van de klifeilanden voor de kust van Snaefellsnes. Om 9 uur vertrekken we door zware mist naar de haven van Stikkisholm, ongeveer 50 km ten oosten van Olafsvik. We rijden over de kustweg en vragen ons of de mist tijdig op zal trekken: windstil weer is prima voor het vogelen maar de keerzijde is wel dat lage wolken soms tot ver in de ochtend blijven hangen…. Gelukkig komen er steeds meer gaten in de mist, waardoor we al snel weer de gebruikelijke vogels uit de auto zagen: aan de landkant Graspiepers en Witte Kwikstaarten, Tureluurs, Scholeksters, Regenwulpen, Grauwe Franjepoten en Roodkeelduikers, aan de zeekant Eidereenden, (Kuif)aalscholvers, Grote Burgemeesters en overal Noordse Stormvogels. Krenten in de pap zijn een Poolvos, verjaagd door opgewonden Noordse Sterns, een Kleine Jager in conflict met twee Regenwulpen en een Watersnip op een paaltje, een door Rudi gewenst foto-onderwerp, dat hij maar niet goed voor de lens kan krijgen…! De zee bij Stikkisholm blijft spiegelglad (en de mistbanken verdwijnen dan ook niet helemaal), en daardoor is het mogelijk met onze grote boot van ‘Seatours’ tot vlak bij de klifeilanden te komen, en zodoende ook vlak bij de nesten van de daarop broedende vogels: Noordse Stormvogels, Drieteenmeeuwen, Kuifaalscholvers en Papegaaiduikers, die heel goed te fotograferen zijn.



Bovenop de rotsen zitten ook her en der halfwas jonge Grote Mantelmeeuwen, en ook spotten we één (gewone) Zeehond. Door de mist kunnen we niet ver over zee kijken: een enkele Jan van Gent en gewone Aalscholver, regelmatig Zwarte Zeekoeten en overal Eidereenden. Halverwege de tocht gooit het schip een net uit, om iets van het leven op de zeebodem te laten zien: een ‘haal’ met een letterlijk bont gekleurde verzameling zeesterren, zeeëgels, zeeslakken en schelpen biedt de opvarenden de mogelijkheid om verse Srt. Jacobsschelpen te proeven, een genoegen dat Rudi zich niet laat ontgaan!



Na een lunch in Stikkisholm (in een restaurant met vissoep onder een schoolbord met de spreuk ‘Do all things with love’) rijden we terug naar de westpunt van het schiereiland, naar het natuurreservaat Snaefellsjökull (genoemd naar de hiergelegen gletsjer). Het doel van vanmiddag zijn de kliffen, bij Bufubjarg aan de zuidkant en Ondverdarnes aan de noordkant. 11 De zon schijnt ‘s middags op de kliffen bij Bufubjarg, waardoor we goed zicht hebben op de nesten van de Drieteenmeeuwen, Noordse Stormvogels, de holen van de Papegaaiduikers, enkele Alken, veel Zeekoeten en de hier vooral gezochte soort……: Kortbekzeekoeten! Eerst vrij ver weg, waardoor het niet makkelijk is om het kenmerkende witte streepje bij de snavel te zien, maar later – dankzij Gerda - vlak bij tegen de rotsklif, samen met gewone zeekoeten, zodat ze onmiskenbaar zijn. Diep beneden, op zee vliegen groepen Eidereenden steeds voorbij en zien we ook nog een groepje Harlekijneenden, terwijl op de parkeerplaats een Sneeuwgors bij de auto zit. De Drieteenmeeuwen zijn hier op verschillende plaastsen nog druk bezig om nestmateriaal te verzamelen. Kortom alle reden om morgen terug te komen en uitgebreider de kustlijn van Snaefellsness te onderzoeken.



Dag 7: zaterdag 15 juni 2013: de dag van de Zeearend

Om 9 uur vertrekken we weer uit Olafsvik, via de weg langs de noordkust in de richting van de vuurtoren op de uiterste punt van het schiereiland, Ondverdarnes. Bij zee weer overal Noordse Stormvogels en Eidereenden, met af en toe groepjes Kleine en Grote Mantelmeeuwen en Grote Burgemeesters, en zelfs nog een (4e-jaars) Kleine Burgemeester. De Noordse Sterns broeden hier overal, ook vlak bij de weg: aantrekkelijk voor een Poolvos, die we hier dan ook zien jagen. Ook nog een nieuwe soort: onze enige Steenloper van deze reis. Bij de plasjes en graslanden steeds Tureluurs, Watersnippen, Goudplevieren, Scholeksters, Regenwulpen en Graspiepers; op de plasjes o.a. Grauwe Franjepoten, Middelste Zaagbekken, en incidenteel een IJsduiker of Roodkeelduikers. We bekijken de kliffen in de omgeving van de vuurtoren van Ondverdarnes nu uitgebreid, en hebben de gelegenheid om de klifbroeders hier goed te fotograferen: vooral de Kortbekzeekoeten en de Zeekoeten, waarbij we geregeld ook de gebrilde variant (‘Brilzeekoet’) zien, en daarnaast ook de Alken, Noordse Stormvogels en Drieteenmeeuwen. Op zee zien we enkele Jan van Genten, en met een ‘sprongetje’ duikende Kuifaalscholvers. Weer terug op weg Nr. 574, die rond de punt van Snaefellsnes loopt, maken we vanaf de weg een wandeling naar een meertje in het begroeide lava-landschap, waar opeens Kleine Mantelmeeuwen en Noordse Sterns een hoop misbaar maken….. ze jagen een jonge Zeearend op, die wegvliegt en cirkelend boven het meer verdwijnt! Een prachtige plek met ook nog een paar Wilde Zwanen met 2 grote pulli, 4 of 5 paar Sneeuwgorzen, een Tapuit en een blatende Watersnip, alarmerende Regenwulpen, Tureluur en Goudplevier. Na een lunch-stop in het Museum van Hellnar, lopen we hier naar de kust, waar bij laag water met allerlei bruinwieren begroeide rotsen tevoorschijn zijn gekomen, plekken waar Eidereenden met hun jongen rusten. Twee alarmerende Witte Kwikstaarten vestigen onze aandacht op een over de wierrotsen ‘sluipende’ Nerts, die het op een jonge Eidereend voorzien heeft: met de prooi verdwijnt hij onder de rotsen bij de naburige klif. Een kwartier later maakt de Nerts nog een keer hetzelfde rondje, maar nu tevergeefs: moeder Eider met pulli heeft nu elders een goed heenkomen gezocht. Tijdens verschillende stops in de middag langs de rondweg Nr. 574, is de Snaefellsjökullgletsjer in de volle zon bij 17 o C prachtig te zien en valt op dat de Noordse Stormvogels nog nesten hebben op het topje van de naast gelegen berg. Eén van deze stops is bij het oude kerkje van Budir, gelegen in een lava-duin landschap, waar weer een Zeearend omhoogcirkelt, nu een adult exemplaar! Wat valt nog meer op, deze laatste middag: een Graspiepernest in de muur rondom de begraafplaats van Budir, een paar Bontbekplevieren met 3 kleine pulli en baltsende Bonte Strandlopers bij Yritunga, waarbij we allemaal verrast worden door het melodieuze “zangetje” van onze bontjes! Hier liggen ook 5 gewone Zeehonden.



Verderop komen we langs plasjes met soms meer dan 10 Grauwe Franjepoten. Verder vinden we nog een overreden Noordse Stern en die houdt onze mascotte “Peter Puffin” gezelschap voor een wijl. foto : Linus en Minouk Deze avond is al weer de laatste op IJsland, met ons laatste diner in Hotel Olafsvik en dankwoorden voor onze reisleider Rudi Debruyne. We hebben een zeer succesvolle reis gehad, waarop we 64 vogelsoorten gezien hebben en de IJslandse ‘endemen’ Harlekijneend, IJslandse Brilduiker en Kortbekzeekoet van dichtbij konden zien en fotograferen, wat ook geldt voor kenmerkende soorten als IJsduiker, Grauwe Franjepoot, Papegaaiduiker, beide Burgemeesters en Sneeuwgors. Bultrug en Poolvos hebben we daarnaast ook heel mooi gezien!

 



Dag 8: zondag 16 juni 2013: van IJsland terug naar Amsterdam

Om 9 uur vertrekken we uit Olafsvik om via de noordkant van het schiereiland via Stikkisholm weer terug te gaan naar Borgarnes naar de grote rondweg Nr. 1. Bij de brug van Borgarnes weer de alom aanwezige kolonies Noordse Sterns, en ook nog 3 baltsende Bontbekplevieren. Voorbij Reykjavik besluiten we een binnenweg naar het vliegveld bij Keflavik te nemen, de laatste kans om nog een Giervalk te zien, die hier enige tijd geleden is gemeld. Dat lukt niet; wel passeren we een golfveld met tientallen fouragerende Goudplevieren, een blatende Watersnip en een Sneeuwgors, met iets verder nog een donkere fase Kleine Jager achtervolgd door Noordse Sterns. Een goed besluit van onze reis! Om half twee leveren we onze bus in, zodat we ruim op tijd voor ons vertrek naar Amsterdam om 16.30 uur, op het vliegveld zijn. Deelnemers aan deze reis waren Megteld, Gerda, Suus, Kees, Minouk & Linus.  Linus  en Minouk schreven het verslag.


____________________________________________________________________________________________

Share by: